112 Ervaringen 4
A1 Aanrijding fietser/auto
De dag is rustig begonnen, een paar B-ritten en een enkele A2. Dan krijgen we de melding: A1, Oirschot, auto/fietser, met hoge snelheid, patiënt zou er slecht aan toe zijn. Tweede wagen wordt meteen aangestuurd.
De weg waar het gebeurd is, is een tweebaans weg met een brede met struikgewas begroeide middenberm die de weg in twee keer twee rijstroken verdeeld. Van ver zien we al waar het mis is gegaan. Een auto heeft zich een weg geploegd door de middenberm heen en ligt met zijn neus in een sloot. Aan onze kant van de weg. Terwijl de plek van aanrijding ongeveer 100 meter verderop aan de andere kant van de weg is. Dat is dus inderdaad erg hard gegaan.
De fiets ligt helemaal aan gruzelementen aan de andere kant van de weg, maar daar is geen fietser te zien. Deze blijkt voor de auto in de sloot te liggen. Ik parkeer mijn auto zo, dat we daar enigszins bescherming van hebben mocht er iemand niet op zitten letten en doorrijden. Fend-off noemen ze dat.
Hoewel het om een behoorlijk ernstig ongeval gaat, is het vrij rustig om het ongeval heen. Geen paniek, er staan wat mensen op afstand te kijken en twee mannen zitten bij de fietser in de sloot.
We nemen de monitor, spoedkoffer, zuurstoffles en halskragen mee naar onze patiënt. Terwijl ik neer kniel bij zijn hoofd en dit vasthoud zodat hij daar niet meer mee kan bewegen, spreekt Jan hem aan.
Hij krijgt echter geen reactie, ook de pijnprikkel levert weinig op.
Een van de mannen die bij de fietser zaten, stelt zich voor als EHBO-er en vertelt wat er gebeurt is.
De fietser stak bij een fietseroversteekplaats de weg over, maar zag daarbij de auto over het hoofd. Hij werd geschept en op de motorkap meegenomen door de middenberm heen en pas toen de auto tegen een boompje aanbotste werd hij van de motorkap afgeslingerd en kwam in de sloot terecht. De auto schoof door en kwam bijna boven op hem. Erik is ondertussen naar de chauffeur van de auto gelopen, en kijkt of deze wat mankeert, maar deze kwam met een heleboel schrik vrij. Jan is bezig met het nakijken van onze patiënt volgens de ABC methode. Erik komt weer terug en geeft de patiënt zuurstof dmv een zuurstofmasker. De tweede wagen arriveert. Meer mensen komen de sloot in. We vragen de beide mannen die bij de fietser zitten om afstand te nemen en bedanken hun voor hun hulp.
Een van hen klimt uit de sloot en voegt zich bij het groepje wat op afstand staat te kijken. De ander, de EHBO-er, klimt uit de sloot maar blijft dichtbij staan. Onze patiënt ligt helemaal scheef, op zijn rug, in de sloot. Je kunt zo zien dat zijn linker onderbeen en linkerarm gebroken zijn. Jan wil hem een infuus geven en pakt de rechterarm, vanwege het letsel aan de linkerarm, maar dat blijkt een kunstarm te zijn. Dan toch maar in de linkerarm. Dit verdient uiteraard niet de voorkeur omdat je niet weet of er ook vaten in die arm kapot zijn, maar nood breekt wet. Het naaldje lukt en er wordt een infuuszak aangehangen. Onze patiënt heeft ondertussen een halskraag omgekregen en is aangesloten aan de monitor, bloeddruk, zuurstofgehalte in het bloed, drie afleidingen ECG. De waardes die we daarvan krijgen beloven weinig goeds.
Snelle hartslag, lage bloeddruk. Het wordt zaak om zo snel en goed mogelijk in het ziekenhuis te komen.
De patiënt moet op de wervelplank gelegd en gefixeerd worden.
Nu is ons geleerd om dat met een log-roll te doen en daarmee de rug zo recht mogelijk te houden. Maar als we dat hier zouden toepassen zou de patiënt alleen maar schever komen te liggen.
Geen optie dus. En we hebben haast. We besluiten om de patiënt een klein beetje te tillen en de plank er onder te schuiven. Dit gaat een stuk goed, en dan blijft de plank ergens achter hangen. Dan de patiënt maar op de plank schuiven. De EHBO-er biedt aan om te helpen, maar we zijn met voldoende mensen van ons om de klus te klaren en vragen hem weer om een stap terug te doen. Mijnheer heeft hier duidelijk moeite mee en blijft zijn hulp aanbieden. We trekken onze patiënt zo recht mogelijk op de plank, met zo min mogelijk beweging. Zijn linkerbeen glijdt als een rups mee. Duidelijk op meerdere plaatsen gebroken. We leggen hem snel vast met de spin, dit is een riemenset voor de wervelplank. Wanneer we willen gaan tillen staat de EHBO-er weer voor onze neus. We verzoeken hem weer om opzij te gaan. We tillen onze patiënt uit de sloot en leggen hem op onze brancard. Nu loopt de EHBO-er zelfs behoorlijk in de weg. Weer vragen we hem om opzij te gaan. Een van de politieagenten ziet ons probleem en spreekt de man aan.
Hierdoor kunnen wij verder en schuiven de brancard de auto in. De verpleegkundige van de tweede wagen rijdt met ons mee naar het ziekenhuis. Zijn chauffeur kijkt of we nog wat hebben laten liggen, en komt ons vervolgens rustig achterna. Wij rijden met toeters en bellen naar het ziekenhuis.
Doordat we een goede vooraankondiging hebben gedaan, staat er in het ziekenhuis een traumateam op ons te wachten. Jan draagt de patiënt over, dwz hij vertelt wat er gebeurd is en wat zijn bevindingen zijn en wat we de patiënt allemaal hebben toegediend. Dan tillen we hem over en rijden de brancard de traumakamer uit. Ik zie het patiëntendossier van de man liggen, ongeveer een centimeter of tien dik. Van alles al overleeft en dan misschien sterven door een ongeval.
Terwijl we de auto aan het opruimen zijn, komt de tweede wagen aanrijden. Hij had nog even met de EHBO-er en de politie staan praten. Blijkt dat de EHBO-er er moeite mee had om de patiënt “los te laten”. En daarom telkens weer terug kwam. De politie heeft er voor gezorgd dat er slachtofferhulp wordt ingeroepen. Zo blijkt de lastige bemoeial een mens in nood te zijn. Wij vergeten wel eens wat voor impact een ongeval op een omstander kan hebben, ongeacht of het nu een ernstig ongeval is of niet.
Mocht je zelf ooit bij een hulpverlening ergens tegen aan lopen waar je niet mee uit de voeten kunt aarzel dan niet om slachtofferhulp te bellen, vind je die stap te groot, dan kun je altijd bij onze instructeurs en bij mij terecht voor een luisterend oor.
Maar doe tijdens de hulpverlening wel een stap terug als hier om gevraagd wordt. Hoewel dit dus best moeilijk kan zijn.
Lia Verberne.